De nacht is niet zo goed verlopen als we gehoopt hadden. We worden wakker om half 3 en komen daarna moeilijk in slaap. Mijn buik is het niet eens met het tijdsverschil waardoor ik goed bevriend raak met het toilet. Gelukkig kan ik daarna toch nog even slapen. Om kwart voor vier vind ik het wel mooi geweest en besluit ik mij er op te gaan richten om “beter†te worden. Inmiddels ben ik kotsmisselijk en kan ik niet wachten om alles er uit te gooien. Dat lukt helaas niet. Naar een douche en een paracetemol knap ik toch iets op. Het gaat mij nu toch lukken om in de bus te zitten.
Om zeven uur vertrekken we met de bus (niet onze eigen, maar een echte touringcar) naar Guápiles waar we stoppen voor het ontbijt. De route er naar toe is al prachtig. We rijden door Nationaal Park Braulio Carrilo waar we voor het eest kennis maken met het nevelwoud. Het doet zijn naam eer aan, want er hangt voldoende nevel. De combinatie van regen en zon geeft ons een prachtige regenboog. Onderweg krijgen we direct te maken met de Costa Ricaanse manier van rijden. Het is een spel van voorrang krijgen en geven. Dat kan soms erg handig zijn als je een drukke weg op moet komen. Het kan ook gevaarlijk zijn en voor ongelukken zorgen. Zo gebeuren er wekelijks ongelukken tussen treinen en auto's. Ook wij krijgen te maken met oponthoud vanwege eenverkeersongeval. Tja, dat gaat er echt iets anders aan toe dan bij ons. Alles moet op zijn plek blijven staan totdat de politie en verzekering hebben sloten wie de schuldige is. Als dat bepaalt is mag het verkeer weer door rijden. Het kan dus uren gaan duren. Dit is gelukkig een klein ongeval. Binnen een half uur kunnen we weer verder rijden. Als we bij het restaurant aan komen voelen we voor het eerst hoe warm en vochtig Costa Rica kan zijn. Het is (nu nog) lekker warm. In San José was het zelfs fris, waardoor we besloten hadden om lange broeken aan te trekken. Nou, die kunnen nu alweer uit! De lunch is typisch Costa Ricaans en bestaat uit rijst met bonen, vlees en vis, bakbanen, wat verdwaalde broodjes en bakken vol met vers fruit. Het ziet er heerlijk uit. Ik had mij erg verheugd op het eten, maar ik krijg het niet naar binnen. Ik ga op een andere manier genieten en ga naar buiten toe. Rondom het restaurant spotten we de eeste kolibrie en de Morpho vlinder. Dat is een gigantische blauwe vlinder je in Nederland alleen in de vlindertuin kan zien. Dat leeft hier in het wild. WAUW!
Vanaf Guápiles rijden we verder naar La Pavona. Deze weg is onverhard en is een stuk slechter begaanbaar. Het is slalommen om de gaten te ontwijken. Al doe je zo je best om ze te ontwijken, je ontkomt er niet aan.Gelukkig rijdt de chauffeur rustig. Onderweg zien we al verschillende vogels en reigers. Bij La Pavona stappen we op de boot en varen door de kanalen naar de Pachira Lodge in Tortuguero. De boottocht er naar toe is een excursie op zich. De omgeving is overweldigend. Het lijkt net de amazone. Alles is groen en in zoveel variaties. Elke boom is begroeit met tig andere planten. Als we na een uur bij de lodge aan komen is het eigenlijk een teleurstelling. Dat had best wat langer mogen duren.
We worden vriendelijk ontvangen (met eeen fruitcocktail) en kijken onze ogen uit. De lodge ligt midden in de jungle met prachtige planten en bloemen. Het zou het droge seizoen moeten zijn, maar het iséén groot waterballet. Er is een koufront over het land getrokken die de nodige regen met zich mee heeft gebracht. Dat is ons wel duidelijk geworden. Na een lekkere lunch met wederom rijst verkennen we het terrein en zien al veel dieren. Bij onze kamer zien we de eerste groene ara's. Wat bijzonder om deze vogels te zien zonder omheining van een dierentuin. Voor onze kamer leven mangrove krabben die licht blauw van kleur zijn en stiekem best mooi zijn. De huisjes waarin de kamers zich bevinden staan op palen waardoor we niet bang hoeven te zijn dat dit (onge)dier(te) binnen komt. Op zo'n kleins stukje is al zoveel leven te zien. Iedereen is enthousiast en helpt elkaar met het spotten van dieren. Zo worden wij gewezen op twee apen die in de bomen hangen.
Om half drie stappen we weer op de boot en brengen een bezoek aan Tortuguero village. Een klein en vooral toeristisch dorpje. We lopen er naar toe via het strand dat zwart van kleur is. Onderweg horen en zien we weer veel soorten vogels. De ara's zitten met grote aantallen in de bomen op vrij korte afstand. Ook in het dorp is het goed zichtbaar dat er heel wat regen gevallen is. Ook deze huizen staan op palen, maar niet hoog genoeg. De mensen moetendoor het water heen lopen om bij hun huis te kunnen komen. De huizen hier zijn erg primitief. Het is moeilijk in te denken dat deze mensen hier leven.
Als we terug komen is het al vijf uur en wordt het al bijna donker. Nog even een rondje over het terrein voordat we weer aanschuiven voor het diner. Als ik 's avonds nog een keer richting de receptie loop hoor ik geritsel in de bosjes. Ik schijn met mijn zaklamp en zie een gordeldier. Het is eigenlijk een super lelijk dier, maar niet minder leuk om te zien.
Het was een lange en prachtige dag waarop we al zoveel moois hebben mogen zien. Wij hebben het gevoel dat we er al drie dagen op hebben zitten. Om kwart over acht lukt het ons niet meer om wakker te blijven en gaan lekker slapen. Ik ben erg benieuwd of het mij lukt om te slapen metalle jungle geluiden. Het raam bestaat niet uit glas, maar uit een hor. Zo kunnen we optimaal genieten van de jungle.